Symposium 28 maart 2025

‘Minder pillen, betere zorg!‘

Ochtendprogramma

8.45 – 9.15  Inloop en ontvangst

  • Opgave voor workshops

 

9.15 – 9.40 Opening en inleiding

  • Julie-Anne Arendsen Hein 
  • Ewout Kattouw.

9.40 – 10.30  Lezing Gemma Blok

 

10.30 – 11.00 Pauze

  • opgave voor workshops

 

11.00 – 11.50 Lezing Floortje Scheepers en Ewout Kattouw

11.50 – 12.40  Lezing Jim van Os

 

12.40 – 13.40 Lunchpauze

Middagprogramma/workshops

13.45 – 15.00  Workshops A B C D,  1e ronde (keuze uit 4)  

 

15.00 – 15.30 uur pauze

 

15.30 -  16.45 workshops A B C D, 2e ronde (keuze uit 4)

Workshops

A.        Remke van Staveren en Irene van der Giesen

B.         Bram van der Leden en Daniël Maij

C.         Heleen Wadman en Dirk Corstens:

D.        Branko van Hulst

 

16.45 – 17.15 plenaire paneldiscussie  

17.15 – 18.15 Borrel

Inleiding door Ewout Kattouw

  • Wat is de missie en visie van St. PILL en waarom dit symposium? 
  • Wat verstaan wij onder gedragspraktijken binnen de GGZ (gedrag binnen een structuur met gedeelde waarden, opvattingen en handelingsroutines) en waarom is het belangrijk hier aandacht voor te hebben?
  • En hoe komen we van kleine nieuwe initiatieven tot een cultuuromslag waarin betere zorg wordt geleverd met minder pillen?

Sprekers symposium

Abstract Gemma Blok

Welke historische ervaringskennis is er en wat moeten we nog weten?

De Vertelkamer Psychofarmaca verzamelt verhalen van hulpvragers, partners, familieleden en behandelaren, over de effecten van psychofarmaca. Dit is vernieuwend en enorm belangrijk, gezien de explosieve toename in productie en gebruik van allerhande middelen voor de geest in de afgelopen decennia.

Maar wat is eigenlijk bekend over de persoonlijke ervaringen met het gebruik van psychiatrische medicatie in het verleden? Al sinds de negentiende eeuw werken psychiaters met psychoactieve stoffen, zoals opiaten, barbituraten en psychedelica en, sinds 1950, met diverse generaties psychofarmaca. Hoe is hierover door diverse betrokkenen verteld? Deze lezing biedt een overzicht van de manieren waarop in Nederland door hulpvragers, naasten en behandelaars in artikelen, boeken, interviews etcetera is bespiegeld op hun eigen ervaringen met de middelen voor de geest die in de psychiatrie in het verleden zijn gebruikt. Welke historische ervaringskennis is er? Na het overzicht volgt een gezamenlijke reflectie op het belang van de vertelde verhalen van vroeger voor de huidige discussies en op de vraag welke verhalen over het verleden we nog missen en actief zouden moeten gaan inzamelen.

Abstract Floortje Scheepers en Ewout Kattouw

De effecten van het huidige paradigma en de huidige gedragspraktijken vanuit verschillende perspectieven

Floortje Scheepers begint met een korte lezing over de gevolgen van de huidige gedragspraktijken binnen  de GGZ. Ze spreekt vanuit haar academische kennis en vanuit wat zij zelf in de praktijk ervaart (academische en klinische kennisbron). 

Vervolgens gaat zij met Ewout Kattouw op het podium in gesprek over de gevolgen van de huidige gedragspraktijken en huidige paradigma’s, ieder vanuit hun eigen perspectief.

Ewout spreekt vanuit zijn ervaringskennis over wat dit betekent voor de brede context van de hulpvrager en zijn- of haar omgeving.  

Floortje zal vanuit haar ervaring als psychiater en hoogleraar spreken over wat dit betekent voor de hulpvrager, de psychiatrie en de samenleving.

Daarnaast doorlopen ze de gebruikscyclus psychofarmaca, die stichting PILL tijdens dit symposium introduceert, als belangrijk instrument om keuzemomenten te markeren en deze te koppelen  aan informatievoorziening. Dit gesprek wordt een open dialoog.

Abstract Jim van Os

Naar een contextueel-relationeel-temporeel model van psychisch lijden, behandeling en zorg

Jim van Os zal tijdens het symposium een lezing geven over de mate van wetenschappelijke validiteit onder de huidige gedragspraktijken en het dominante paradigma in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), waarbij hij zal reflecteren op de manier waarop psychisch lijden wordt begrepen en behandeld.

Hij zal ingaan op de beperkingen van het huidige model, waarin psychische stoornissen vaak worden benaderd als neurobiologische of cognitieve problemen die individueel en medisch behandeld moeten worden. Van Os pleit voor een breder perspectief, waarin ook de sociaal-collectieve oorzaken van psychisch lijden worden meegenomen alsmede de ervaringskennis en -praktijken die de laatste 40 jaar zijn ontwikkeld.

Hij zal in zijn lezing ook ingaan op de complexiteit en gelaagdheid van psychisch lijden, dat niet enkel in het individu ontstaat, maar altijd in relatie staat tot de omgeving. Psychisch lijden wordt vaak versterkt door existentiële, sociale, culturele en lichamelijke factoren. De ervaring van een leven zonder betekenis, relationele moeilijkheden zoals eenzaamheid en uitsluiting, en de maatschappelijke druk om te voldoen aan hoge verwachtingen dragen allemaal bij aan het ontstaan en verergeren van psychisch leed, gevoed door aanhoudende existentiële demoralisatie.

Daarnaast benadrukt hij het relationele aspect van lijden: hoe mensen zich tot hun lijden verhouden speelt een cruciale rol in hoe intens het lijden wordt ervaren. Psychisch lijden voelt vaak dwingend en machtig, alsof het de persoon overheerst. Mensen kunnen leren om zich op een andere manier te verhouden tot hun lijden, door er vanuit een nieuw perspectief naar te kijken en zich empowered te voelen. Dit biedt hen de ruimte om hun lijden te hanteren, waardoor het minder dwingend en overweldigend wordt. Dit perspectief vraagt om een behandelwijze die verder gaat dan de huidige medische modellen, en waarin de omgeving en de leefstijl van de persoon nadrukkelijk worden meegenomen.

Jim van Os pleit voor een nieuw paradigma waarin we niet alleen focussen op individuele diagnostiek en behandeling, maar waarin we een ecosysteem van zorg creëren. Dit ecosysteem zou bestaan uit diverse benaderingen, waaronder formele zorg, een landelijk dekkend netwerk van herstelacademies/zelfregiecentra, informele en complementaire zorg, en e-communities, waarin epistemisch pluralisme – het erkennen van meerdere vormen van kennis en behandeling – centraal staat. Deze aanpak biedt meer keuzevrijheid en zet in op een groepsgerichte ondersteuning.

Zijn lezing zal tevens ingaan op de wetenschappelijke kanttekeningen bij het huidige systeem en hij zal alternatieven voorstellen die beter aansluiten bij de complexe realiteit van psychisch lijden. Hij zal benadrukken dat we collectieve, publieke gezondheidsinterventies nodig hebben die cliënten in staat stellen om weerbaarheid te ontwikkelen, niet alleen op individueel niveau, maar ook binnen de bredere samenleving.