Recensie: 'Anderhoofd – De verhalen' (Jeroen Verkroost, 2021) door David Con

Recensie: 'Anderhoofd – De verhalen' (Jeroen Verkroost, 2021) door David Con

 

De verhalenbundel Anderhoofd biedt een inkijk in de ervaringswereld van dertien mensen die vanuit het perspectief van een buitenstaander kans maakt aangemerkt te worden als ‘psychotisch’. Jeroen Verkroost portretteert in elk van de dertien verhalen juist de persoonlijke ervaring, zonder terug te vallen of psychopathologisch jargon. In de psychotherapie wordt in plaats van ervaring termen gebruikt als de particuliere ervaring, de ervaringswereld, de subjectieve ervaring, het binnenperspectief of het gezichtspunt van het subject. Enerzijds gaat het bij psychose om ervaringen die anderen geneigd zullen zijn te bestempelen als ‘anders’, afwijkend en vreemd. Anderzijds gaan al deze ervaringen gepaard met een scala aan gevoelens die juist heel menseigen zijn, zoals angst, woede, schaamte, en wanhoop. Nergens idealiseert of romantiseert Verkroost de geschetste ervaringen. Evenmin verbloemt hij de worsteling, ontreddering of maatschappelijke realiteiten als de gedwongen opname of setting van de psychiatrische instelling. Verkroost heeft het vermogen om de lezer in de huid van de geportretteerden te laten kruipen, waardoor de lezer hun twijfel, worstelingen en gevoelens aan den lijve gaat ervaren. Deze ervaringen houden overigens niet per definitie lijden, angst of ziek zijn in. Het verhaal getiteld ‘Paardendans’ toont hoezeer andere ervaringen ook mystieke of magische elementen kunnen hebben. 

 

Met vlotte pen weet Verkroost innerlijke dialogen en gevelsdimensies weer te geven. De afzonderlijke verhalen, die tussen de zes en tien pagina’s beslaan, kunnen in willekeurige volgorde worden gelezen. Achterhoofd is overigens ook de titel van een theatervoorstelling van Opera Theater Amsterdam rondom dezelfde thema. 

 

Bij het schrijven van deze boekbespreking realiseer ik mij dat ik, achteraf gezien, juist ervaringsverhalen als deze tot mijn beschikking had moeten hebben, toen ik begin negentiger jaren als medisch student kennismaakte met de psychiatrie en klinische psychologie. Ervaringsverhalen van patiënten ontbreken doorgaans in leerboeken psychiatrie. Of het een hoofdstuk over psychose, verslaving, delier, autisme, psychotrauma of een andere stoornis betreft, steevast wordt het klinisch beeld beschreven, gevolgd door de DSM-classificatiecriteria, epidemiologie, pathogenese - vaak neerkomend op de neurobiologische en genetische mechanismen – en tenslotte de behandeling. De ‘echte’, volle ervaring van de mens die drager is van de stoornis ontbreekt. Ik realiseer mij steeds meer dat de eerste kennismaking van een student met bijvoorbeeld psychose nogal eenzijdig neerkomt op het kennisnemen van klinische beelden en symptomen in al hun uitingsvormen. In opleidingen staan nog altijd grotendeels het wetenschappelijke en klinische perspectief centraal. Dit is het objectieve perspectief oftewel oogpunt van de buitenstaander: de arts, psycholoog, onderzoeker en diagnosticus. Het oogpunt van de degene die drager is van al die ervaringen, degene die ze in levenden lijve beleeft, het ervaringsperspectief, ontbreekt. Opsommingen van klachten, ziekteverschijnselen of bijwerkingen van behandeling mogen niet gelijkgesteld worden aan ervaring. Stages en coassistentschappen garanderen ook geen kennismaking met de ervaringswereld van de patiënt. Ten eerste omdat in opleiding zijnde artsen en psychologen vooral ziekteconcepten en DSM-stoornistaal kennen op het moment dat ze mensen van vlees en bloed tijdens stages treffen. Gevolg hiervan is dat wanen en hallucinaties weliswaar onderkend worden, maar dat juist de beleving en het verhaal kans lopen niet ‘gehoord’ te worden. Ten tweede omdat de ervaringswereld van de patiënt aan je voorbijgaat, als je als stagiair vooral tijdsefficiënt een anamnese moet afnemen, de symptomen uit het verhaal moet destilleren, de geleerde gesprekstechnieken moet toepassen en ook vragenlijsten en het psychiatrisch onderzoek moet afnemen. 

 

Juist die ervaringswereld, de verhalen, zoals opgetekend door Jeroen Verkroost, zouden binnen opleidingscurricula, in leerboeken een plek moeten krijgen naast of geïntegreerd met wetenschappelijke en klinische kennis. Waarom? Omdat het onmogelijk is om persoonlijke, op het subject afgestemde zorg te bieden, zonder de subjectieve ervaring te kennen. Hetzelfde geldt voor beleid, dat veelal aan beleidstafels van bestuursorganen en verzekeraars wordt bepaald, ver weg van de ervaringen en noden van de mensen om wie het gaat. Daarom moet ervaringskennis uit de marge worden gehaald, zodat er een brug kan worden geslagen tussen wetenschappelijke kennis, klinische kennis en ervaringskennis. Initiatieven als Anderhoofd, zijn in dit opzicht zijn handreikingen om ervaringskennis uit de marge te halen. Aan wetenschappers, clinici en beleidsmakers de opdracht om de ontmoeting aan te gaan. 

 

Over de auteur:

Jeroen Verkroost heeft, onder meer, gewerkt als krantenbezorger, vuilnisman, beveiliger, freelance journalist, boerenknecht en ervaringsdeskundige in de psychiatrie. Daarnaast deed hij een studie Culturele Antropologie aan de UvA. 

Amsterdam: Uitgeverij Tobi Vroegh. ISBN 978-90-78761-84-6, 136 pagina’s, €17,50